Verbeter de bodem, geef je planten extra voeding

Heb je nu een bodemverbeteraar, meststof of potgrond nodig?

Een bodemverbeteraar, zoals producten uit ons gamma hieronder, werk je in de bodem in. Vooral bij aanleg van nieuwe planten. Een ‘dode grond’ heeft voeding nodig. Het organische materiaal in de bodemverbeteraar zorgt daar voor. Tip: bodemverbeteraar doet ook goed dienst als je gaat verticuteren.

Meststoffen zet je in voor oppervlakkige bemesting van planten die al gepland zijn. Je strooit de meststof uit en werkt het licht in de grond in.

Potgrond gebruik je voor alle planten in pot, bijvoorbeeld voor balkonplanten.

Werkwijze voor herstel of aanleg van je gazon

1. Hark de grond (op de kale plek) licht los.
2. Maak een mengsel van DCM VIVIMUS® voor GAZON met graszaad. Doe dit bij voorkeur op een plastiek, een stuk karton of in een emmer.
3. Strooi dit mengsel uit en hark licht in.
4. Druk of rol goed aan.
5. Hou de bodem vochtig tot het gras opkomt.

Belangrijk! Kies het juiste graszaad voor je gazon.

Werkwijze voor aanplantingen

1. Kies steeds stevige en gezonde planten met een goed vertakt wortelstelsel.
2. Graaf een plantgat dat ruim dubbel zo groot is als de wortelkluit.
3. Maak een mengsel van 1 deel uitgegraven grond met 1-2 delen DCM VIVIMUS®.
4. Bedek de bodem van het plantgat met een flinke laag van het mengsel.
5. Zet de wortels of de kluit van de plant erop.
6. Spreid de wortels van de plant uit en vul het plantgat met hetzelfde mengsel.
7. Druk de grond stevig aan.
8. Geef een flinke hoeveelheid water voor een goede aansluiting tussen de wortelkluit en de nu humusrijke bodem, die het vocht beter vasthoudt.